The presence of subgingival pathology, such as a deep secondary caries lesion, a fracture, an already existing restoration that needs to be replaced or the presence of a resorption defect, can constitute a difficult starting situation for the preservation of a tooth. How to deal with such a situation has been a topic of discussion for years. Surgical crown lengthening is one of the first and classic treatment options that is often chosen in such cases. Crown lengthening is a periodontal surgical technique to obtain extra supra crestal clinical crown length. The question is, what is the long-term prognosis of teeth after surgical crown lengthening. To answer this question, a review of the literature was carried out looking for clinical studies examining survival. Four studies with a follow-up of at least 5 years were included. The factors that adversely affect survival of the tooth after the crown lengthening are an unfavourable crown-root ratio, insufficient plaque control and moderate ability to keep the restoration clean.De aanwezigheid van subgingivale pathologie zoals een diepe secundaire cariëslaesie, een fractuur, een al aanwezige restauratie die vervangen moet worden of de aanwezigheid van een resorptiedefect, kunnen een lastige uitgangssituatie vormen voor behoud van een gebitselement. Hoe om te gaan met zo’n situatie is al jaren een punt van discussie. Chirurgische kroonverlenging is een van de eerste en klassieke behandelopties die in dergelijke gevallen vaak wordt gekozen. Een kroonverlenging is een parodontale chirurgische techniek om extra supracrestale klinische kroonlengte te verkrijgen. De vraag is wat de langetermijnprognose van gebitselementen na chirurgische kroonverlenging is. Hiervoor werd een literatuuronderzoek uitgevoerd, waarin gezocht werd naar klinische onderzoeken met als onderwerp de overleving. Er werden 4 onderzoeken geïncludeerd met een opvolging van minimaal 5 jaar. De factoren die de overleving van het gebitselement na de kroonverlenging nadelig beïnvloeden zijn: een ongunstige kroon-wortelverhouding, onvoldoende plaquecontrole en matige reinigbaarheid van de restauratie.